De oprichting en ontwikkeling van Tuinwijk-Zuid heeft zich in Heemstede afgespeeld. De gemeente Heemstede had een zeer sterk landschappelijk karakter; een bloembollencultuur met bloembollenvelden. Deze velden strekten zich naar het westen uit tot aan de duinrand.
Buiten de stad, onder andere tegen de westelijke duinrand aan en in het zuiden langs het Zuider Buiten Spaarne, werden vanaf de 17e eeuw buitenplaatsen gesticht. De opdrachtgevers waren welgestelden uit Amsterdam en Haarlem, die met hun familie in de lichte tijd van het jaar graag buiten verbleven om uit de ongezonde atmosfeer van de stad weg te zijn. Naast een woning in de stad beschikte men vaak over een of meerdere woningen buiten. Door de aanwezigheid van water was het makkelijk om een verhuizing een aantal keer per jaar per boot uit te voeren en was de werkplek in de stad ook eenvoudig te bereiken. De eerste forensen hebben zich hiermee in de regio gevestigd.
Een aantal van deze buitenplaatsen raakte in verval omdat de luxe niet meer haalbaar of niet meer gewenst was. De buitenplaats ‘Oosterhout’ aan het Zuider Buiten Spaarne kwam in 1899 in verwaarloosde toestand in bezit van de Amsterdamse zakenman R.A.M. Grippeling. Grippeling richtte vervolgens de ‘N.V. Haarlemmerhoutpark’ op om de gronden te exploiteren door ze te verkavelen en er kostbare huizen op te bouwen binnen de structuur van een villapark. Voor het stedenbouwkundige ontwerp vroeg hij de gezaghebbende landschapsarchitect van villaparken, de Haarlemmer Leonard A. Springer (1855-1940). Springer had landelijke bekendheid gekregen door zijn plan voor de inrichting van het Bloemendaalse landgoed ‘Duin en Daal’.
Kenmerkend in het ontwerp van Springer zijn de gebogen lanen. Het patroon van gebogen lanen is bij latere bebouwing gehandhaafd gebleven; we vinden dit nog altijd in het gebied terug.
Een gevarieerde verzameling
In het plan van Oosterhout werden grote woningen gerealiseerd op grote percelen op de mooiste locaties binnen het park, rondom de vijver van de voormalige buitenplaats. Dit gebied kreeg de naam ‘Oosterhoutpark’. Het gebied ten zuiden daarvan, waarin naast villabouw ook geschakelde woningen werden gebouwd, werd ‘Haarlemmerhoutpark’ genoemd.
Na verloop van tijd zien we dat in het gebied de opvulling van de ruimte door woningbouw, op het grootschalige ‘Tuinwijk’ na, in steeds kleinere percelen, met kleinere villa's of kleinschaliger geschakelde bouw geschiedt. Hierdoor ontstaat een zeer gevarieerde verzameling van bouwvolumes en bouwstijlen.
Initiatiefnemer Barend Chapon
Barend Chapon is de gedreven initiatiefnemer van Tuinwijk-Zuid. In 1918 besluit hij tot oprichting van een woningbouwvereniging, die hij Tuinwijk noemt. Vanwege sterke bevolkingsgroei en stagnerende woningbouw zijn er voor de middenklasse geen woningen beschikbaar. Daar ligt zijn ambitie. Maar er is ook een persoonlijk belang; hij zoekt een grotere woning voor zijn gezin. Een advertentie in de plaatselijke krant waarin om bouwgrond wordt gevraagd levert een aanbieding op van een groot bouwterrein aan het Haarlemmerhoutpark. Directeur van de 'Maatschappij voor Bouw- en Sportterreinen Haarlemmerhoutpark' is J.J. van Loghem, vader van architect J.B. van Loghem.
Barend Chapon was journalist en kunsthistoricus. In 1910 trad in dienst bij een effectenmakelaar in Amsterdam. Barend Chapon was lid van de SDAP en stelde zich in 1923 verkiesbaar voor de gemeenteraad van Heemstede. Als gemeenteraadslid was Barend Chapon betrokken bij de sociale woningbouw in het Haarlemse woningbouwcomplex Tuinwijk-Zuid. Hij was zelf een van de eerste bewoners, aan de Spaarnelaan. Op 2 februari 1943 wordt Chapon met acht anderen als represaillemaatregel door de Duitse bezetter gefusilleerd.
Bouwmeester J.B. van Loghem
Door de inspanningen van vader J.J. van Loghem, of door zijn relaties, werden door zijn zoon architect J.B. van Loghem twaalf vrijstaande landhuizen, een huis uit twee geschakelde woningen, een huis uit drie geschakelde woningen en uiteindelijk Tuinwijk - 86 geschakelde woningen - ontworpen en gerealiseerd.
Initiatiefnemer Chapon vond in J.B. van Loghem een groot medestander. Hij kon in nauwe samenwerking met de architect zijn vooruitstrevende sociale en stedenbouwkundige ideeën vorm geven.
Bouwmeester Ir. Johannes Bernardus van Loghem (1881- 1940) werd in 1909 aan de Polytechnische School te Delft tot Bouwkundig Ingenieur beëdigd.
Bronnen:
Tuinwijk-Zuid Haarlem - Steven van Rooijen 2004
Van Loghem, Wim de Wagt
Barend Chapon, Wim de Wagt